Performan – DDV 1979-2011


Marc Holthof in Etcetera, Monday 15th October 2012, Belgium.


Performan – DDV 1979-2011

Danny Devos

Er waren eens, midden de jaren zeventig van vorige eeuw, een aantal jonge Belgische kunstenaars die goed op de hoogte waren van wat er in het buitenland gebeurde op het vlak van avant-garde. Ze lieten zich inspireren door kunstenaars als Yves Klein, Joseph Beuys, James Lee Byars, de Wiener Aktionisten, Fluxus, Gordon Matta-Clark, Ulay en Marina Abramovic, Reindeer Werk. Net zoals hun voorbeelden beoefenden ze hun eigen versie van een nieuw genre: performance. Het waren fysieke optredens, vaak van korte duur, verwant aan wat eerder ‘acties’ (bij Beuys) of‘happenings’ (bij Allan Kaprow) heetten.

Panamarenko, Hugo Heyrman, Fred Bervoets, Ludo Mich, Wout Vercammen, Guy Mees, Filip Francis, Jacques Charlier, Baudouin Ooster-lynck, Raphaël Opstaele, Bernard Delville, Paul Gees, Vincent Halflants, Ria Pacquée, Hugo Roelandt, Daniël Weinberger, Guy Bleus, Guillaume Bijl, Anne-Mie Van Kerckhoven, Narcisse Tordoir, Jan Janssen, Luc Steels, Luc Mishalle, Paul Geladi, Marc Verreckt, Tin Jacobs, de jonge Jan Fabre: het zijn maar enkele namen van kunstenaars die in die tijd performances deden.

De jongste van deze performance-kunstenaars was Danny Devos alias ddv. Hij werd in 1959 in Vilvoorde geboren en deed twintig jaar later in Gent aan de Academie zijn eerste performance. In zijn tweede, getiteld Thriller, stond hij zo lang mogelijk met een (echt, scherp) scheermesje geklemd tussen zijn lip en een muur. Performance was avant-gardekunst op het scherp van de snee.

Niet lang daarna, begin de jaren tachtig, gebeurde er echter iets vreemds: kunstenaars, soms zelfs performers, lieten de avant-garde los en gingen zich interesseren voor de traditionele kunstgenres: theater, beeldende kunst, dans. Zelfs de aloude schilderkunst die dood en begraven verklaard was, herleefde. En die overlopers die de aloude genres nieuw leven inbliezen met ideeën uit de avant-garde kregen aandacht, subsidies, internationale erkenning en succes -soms veel succes. Iedereen kent hun namen, het zijn de boegbeelden van de Vlaamse kunst van vandaag.

De echte performancekunst bleef achter als een verloren kindje. Het was allemaal te cru, te spontaan, te tijdelijk, te schokkend voor de goegemeente. Performance was niet verkoopbaar, het paste niet in de subsidiekaders, je kon het niet recupereren. Je kon er Jan Hoet op de Vlaamse televisie niet mee laten uitpakken. En vooral: je kon er geen carrière in de kunst mee maken – of toch niet in Vlaanderen. Performancekunstenaars herschoolden zich dan maar tot ‘gewone’ kunstenaars, hun performanceverleden werd een ‘incident de parcours’. Anderen hielden er gewoon mee op. Eén man, de meest consequente, bleef dapper doordoen, van 1979 tot vandaag: Danny Devos.

Die Danny Devos heeft nu in eigen beheer een luxueus boek uitgegeven over zijn performanceverleden: Performan-DDV 1979-2011. De ondertitel: Danny Devos -160 performances dekt perfect de lading. Het is een fascinerende opsomming met korte beschrijving en illustratie van de 160 performances die DDV gedurende die 32 jaar deed.

De balans is nochtans – vanuit het standpunt van DDV – niet positief: geen enkele van deze 160 performances deed hij in een grote Vlaamse instelling voor hedendaagse kunst. Niet in het S.M.A.K., niet in MU.ZEE, in M, Wiels, Z33 of het M HKA. Hij trad op in de straat voor het M HKA en in het cafetaria van het M HKA (tijdens de opening van een andere tentoonstelling). En ook in de ruwbouw van het in aanbouw zijnde S.M.A.K. waar hij naakt en vastgebonden naar een foto van Mare Dutroux staarde (The Performance Jan Hoet Never Saw). Maar dat waren pogingen om het museum ‘te infiltreren’.

Sinds enkele jaren is er opnieuw belangstelling voor performance, vooral bij een jonge generatie. De jonge Mikes Poppe deed bijvoorbeeld een ‘re-enactment’ van ddv’s eerder genoemde Thriller met het scheermesje. En ook in theatermiddens heeft men het medium ontdekt. Maar DDV staat sceptisch tegenover deze theaterperformances. Want performance is voor hem geen modeverschijnsel. De essentie van performance is voor DDV in 32 jaar niet veranderd. Performance is geen spelen, geen acteren, geen doen alsof, het is écht.

Performancekunst heeft zelfs geen publiek nodig. In 1979 liep DDV elf dagen rond met een veiligheidsspeld door zijn arm geprikt. Niemand zag het, toch is dit performance #3: Secret Punk in dit boek. Ook andere performances speelden zich af zonder toeschouwers, op vreemde plaatsen als de Dodengang in Diksmuide, of in diverse oorden waar gruwelijke moorden gepleegd werden. Zoals in deze even korte als krachtige omschrijving van performance #100 -The murder of Ilona Harcke:

‘Op de plaats waar op 22 december 1966 de vijfjarige Ilona Harcke door Joachim “Joekel” Kroll, de Jager van het Ruhrgebied, werd vermoord lag ik een korte tijd naakt. Er was niemand aanwezig.’

Het prachtig uitgegeven Performan -DDV 1979-2011 documenteert uit eerste hand de performancecarrière van Danny Devos. Het tekst- en beeldmateriaal is niet echt nieuw: het stond al eerder op ddv’s website. Maar een boek is nog altijd iets anders dan het vluchtige internet: je schrijft geschiedenis met een boek. En dit is een alternatieve geschiedenis van de Vlaamse kunst van de voorbije dertig jaar. Niet een geschiedenis van de brave kunst in de schijnwerpers, maar van de kunst in de marge. Van de ‘vergeten’, soms gruwelijke, soms schokkende, avant-gardekunst die mee aan de basis ligt van wat kunst in Vlaanderen vandaag is (en niet is, of niet meer is).

Performan – DDV 1979-2011, Danny Devos -160 performances – 230 x 300mm – 320 blz. – 275 fotos z/w+kleur, 12 blz. interview door Jacoba Bruneel. Tekst in het Engels & Nederlands. 979 exemplaren + 21 getekend en genummerd. ISBN: 978-9-0811-4263-2. Prijs: € 59, speciale editie: € 250.


More info on the Web


571