Performance-Ritual-Prozeß
Moord op het Internet


Jan Braet in Knack, Wednesday 16th April 1997, Belgium.


Deze winter sloot hij zich op in een donker keldergat onder het Gentse Casino. Vastgesnoerd aan een wurgmachine, zat hij een half uur geblinddoekt en naakt tegenover een afbeelding van de kop van Marc Dutroux. “The performance Jan Hoet never saw”, zo omschreef de Antwerpse kunstenaar Danny Devos (38) zijn uitputtende fysieke actie voor de tentoonstelling De Rode Poort.
Binnen de poorten van het Museum van Hedendaagse Kunst ging het er een stuk cleaner aan toe: hij installeerde er een stalen box met een computer, verbonden met de website die de kunstenaar ontwikkeld had. Het was een uitgewerkte versie van zijn project voor de tentoonstelling Hebben Wij het Geweten? in Hasselt (1996).
Maar ook nu weer strandde zijn poging om een veelvoudig moordenaar vanuit zijn cel op de site te krijgen, op een negatief advies van het ministerie van Justitie.
Een rode draad in het oeuvre van Devos sinds 1983 is namelijk het onderzoek naar de parallellen tussen seriemoordenaars en kunstenaars. In 1987 begon hij een briefwisseling met moordenaars. Zijn indrukwekkende krantenknipselarchief breidde hij uit met een elektronische database. Dit is de basis voor een serie “materiele” kunstwerken, Daders van Dodingen. Hij is dus in de ware zin een multimediakunstenaar.

• Waarom wou u op de tentoonstellingen “Hebben wij het Geweten?” in Hasselt en later op “De Rode Poort” in Gent aan seriemoordenaars een site op het Internet geven als u weet dat ze daar hun jacht op slachtoffers zouden kunnen herbeginnen?

DANNY DEVOS: Wat gaat een meervoudig moordenaar die al meer dan tien jaar in de gevangenis zit met Internet doen? Hij weet ook dat wat hij eruit filtert, dan in het museum te zien is. Daar gaat het project over. Het is afwachten wat die mens daar gaat mee doen. Het moet tot een soort gewetenskwestie komen: kunnen we zo iemand toelaten om te bepalen wat we in het museum te zien krijgen? Want die tentoonstelling in Hasselt ging over het geweten. Ik heb nooit de kans gekregen om het project uit te voeren, maar ik denk dat de kans klein is dat hij kinderporno op het Net zet. Ik ben een beetje in mijn gat gebeten dat iedereen direct over kinderporno begint terwijl mensen die dat zoeken, dat gemakkelijker ergens anders vinden dan op het Internet. De mensen vergeten hoeveel nuttige dingen erop staan, alsof die van geen tel zijn.

• Toen u geen toelating kreeg om moordenaars op Internet te krijgen, nodigde u in Hasselt (1996) een gemeenschap van paters oblaten uit. Beantwoorden ook zij aan de gemeenschappelijke kenmerken die u al tussen seriemoordenaars en kunstenaars ontdekt had?

DEVOS: Het werk in kwestie gaat over parallellen tussen seriemoordenaars en kunstenaars. In die optie wou ik iets doen in Hasselt met Internet. Maar binnen de categorie van mensen die me interesseren, vallen — behalve de seriemoordenaars, eigenlijk motiefloze moordenaars en de kunstenaars — ook de religieus gïnspireerden en de wetenschappers omdat die vier psychologische types een gelijkaardig soort dwangmatig gedrag vertonen, dat zich herhaalt. Een soort nutteloosheid of motiefloosheid, er wordt niet gewerkt naar een vast eindpunt of product. Bij de religieuzen is het heel goed gedefinieerd door de roeping. Het zijn dingen waar je niet voor kiest maar in je leven mee geconfronteerd wordt, zodat je op een bepaald ogenblik zegt: ik ben het. En niet, ik word het of ik wil het worden. Het is een onverklaarbare gedrevenheid die in die vier personages terug te vinden is. En vandaar dat ik bij “De Rode Poort” ineens gezegd heb: ik wil die vier typen hebben en zien wat de eventuele interferenties zijn van het materiaal dat zij vanuit hun persoonlijkheid uit Internet filteren en aanbieden.

• Bij de vier categorieen waren de kunstenaars inbegrepen ?

DEVOS: Jaja, en dat was ook niet ikzelf. Dat was iemand die kunst maakt die alleen op Internet te bekijken is. Jodi organisation.

• Waaruit bestaat zijn Internetkunst precies?

DEVOS: Hij maakt grafische dingen in html-taal, zijnde de taal waarop je Internetprogramma's maakt, of grafische dingen die echt op een computer gemaakt zijn en toch niks voorstellen behalve tekens, karakters, symbolen. En die worden in een soort verband, samenhang of interactie gebracht die eigen is aan de manier van documenten op het Internet.

• En kan hij andermans teksten manipuleren ?

DEVOS: Ja, of hij neemt ook dingen die via de computer van teletekst gehaald worden, en op de ene of andere manier bewerkt worden.

• Is Internet de perfecte of enige plaats voor uw True Crime Art, zoals u dat noemt?

DEVOS: Het is een heel geschikte plaats omdat je gemakkelijker referenties naar andere dingen kunt leggen op het Internet. Bijvoorbeeld die Manson Site. (Genoemd nnar Charles Manson, Amerikaans seriemoordenaar uit de jaren '70.) Ik heb zo'n werk laten zien bij de multimediamanifestatie On Line in Gent. Dat was een installatie uit 1989 met hakkende machines over Manson, “The Manson Family”. Blijkt dat veel jonge mensen eigenlijk helemaal niet weten wie Manson is. Als je een link naar de Manson Site legt, weten die ineens waarover het gaat.

• Kan u precies omschrijven waaruit uw eigenlijke artistieke werk op het Internet bestaat ?

DEVOS: Dat is een soort van extra betekenis of extra inhoud aan het werk. Ik weet niet of je die site gezien hebt die ik over het “Jockel”-project gemaakt heb. (Over een Duitse seriekiller.) Dat zou je kunnen vergelijken met een soort landkaart, catalogus of wegwijzer doorheen al de bestaande materiele werken, beeldhouwwerken, foto's, performances en noem maar op, die ik daarover al heb gemaakt, en die ik onmogelijk nog allemaal kan laten zien. Ten eerste is dat zo’n groot volume aan werk, neemt dat zoveel plaats in, is het een gans gedoe om dat allemaal op te stellen. Vandaar die site op het Internet. En het is mijn bedoeling om daar een cd-rom van te maken waarbij er een soort virtuele voorstelling is van mijn werk. Daar slaag ik er natuurlijk in om veel meer informatie te bieden dan dat een mens ooit zou kunnen zien, zelfs als hij al die werken tegelijkertijd ziet.

• Een cd-rom als multimediakunstwerk ?

DEVOS: Ja, een cd-rom waarbij ik wel vertrek van de echt bestaande werken die ik al gemaakt heb vroeger. Daar maak ik dan een soort van virtuele omgeving van, waar die werken in staan en waar je er op een heel diep niveau kunt in doorgaan. Want ik wil al die werken in een grote ruimte in een keer allemaal opstellen, en met een camera een serie van 360-gradenfoto's maken. Een computer kan dat berekenen en dan zie je op je scherm die ruimte alsof je erin staat. Je beweegt met je muis en je draait je om en je gaat dichterbij. En zo kun je gewoon dingen bekijken, op iets klikken om te weten wat het is.

• Uw project “Daders van Dodingen” is een database van moordenaars sinds uw geboortedatum. Waarom maakte u die?

DEVOS: Omdat ik zoveel tijd doorbreng met onder andere de Wurger van de Linkeroever of met de Vampier van Muizen, zit ik nogal veel in het krantenarchief en daar kom ik andere dingen tegen die even interessant zijn. En dan heb ik gezegd: ik wil alle moorden in België sinds mijn geboortejaar. Ik wil evenveel informatie als ik zelf ben, vertaald in moorden.

• Ook roofmoorden?

DEVOS: Alle moorden, ongeacht... in Belgie. Of dat nu een drama van jaloersheid is of een roofmoord of een afrekening; alle moorden zitten in mijn database. Of tenminste, ik ben er al twee jaar aan bezig. Die maak ik voor eigen gebruik. De tentoonstelling bij Annette De Keyser, met de foto's van al die ogen, was daar een uittreksel van. Dat is een manier om een beeldend werk uit die informatiebron te halen. Een ander idee is: ik noteer de naam van een dader het slachtoffer, hoe oud hij was, wanneer het gebeurd is, waar het gebeurd is. Van dat laatste zou ik een werk kunnen maken met foto's van al de huizen waar die moorden gebeurd zijn, geklasseerd volgens architecturale kenmerken. En dan krijg je een ander soort van output uit die database. Dat is “Daders van Dodingen”.

• Er zijn meerdere aspecten bij de daders die u interesseren.

DEVOS: Ik begin met te zeggen: ik zou al die moordenaars...

•... willen hebben.

DEVOS: Ja. En dan, door die informatie allemaal te verzamelen, zijn er op een gegeven moment dingen die zich onverklaarbaar bij mij als kunstenaar ineens manifesteren als een werk of een mogelijkheid tot het maken van een werk.

• Waarom sinds uw geboorte?

DEVOS: Mijn equivalent in levensduur, dat is zo’n volume, en hetzelfde volume in moordenaars, of in huizen waar moorden gebeurd zijn, of in ogen van daders van dodingen.

• En aan hoeveel bent u al gekomen?

DEVOS: Ik zit begin jaren zeventig, en ik heb al achthonderd moordenaars.

• U gaat terug?

DEVOS: Nee, ik ben in 1959 begonnen.

• Dat is nog te overzien...

DEVOS: Nja, dat is een kleine honderd per jaar, dat is inderdaad niet... Ik baseer me natuurlijk op de kranten.

• Is uw database ook ingedeeld volgens de typologie van de moorden?

DEVOS: Er staat in hoe ze vermoord zijn, de relatie die ze met het slachtoffer hadden... Ik kan van die zoekmethodes oproepen: wie heeft er allemaal zijn echtgenote door wurging vermoord?

• Het interessantst zijn de moordenaars die een weerkerend patroon vertonen door de jaren, waarbij de dwangmatigheid naar voren komt.

DEVOS: De Wurger van de Linkeroever heeft die moorden gepleegd toen hij achttien, negentien jaar was, en tijdens zijn processen deed hij uitspraken van: “Ik haat de mensheid”. Terwijl ik, toen ik achttien jaar was, performances ben beginnen doen, van een kaliber dat je ondertussen wel kent... en dat kun je eigenlijk ook een beetje vergelijken met een soort van: ik haat de mensheid. In de kunstomgeving dan. Vandaar dat mijn interesse in die Wurger van de Linkeroever ontstaan is. Wat maakt er dat bij hem dat soort gevoel leidt tot moorden en bij mij tot kunst? Is er een gelijkaardig vertrekpunt? Wat zou het dan kunnen zijn dat die splitsing maakt?

• Heeft u een aanzet tot een antwoord daarop?

DEVOS: Eigenlijk niet. Mijn limiet is: ik ben een kunstenaar. En ik kan met hetgeen ik daarover weet of onderzoek, toch alleen maar kunst maken. Ik kan er geen psychologische studie over schrijven. Hoewel ik dat soms al geprobeerd heb. Maar dat blijkt niet mijn ding te zijn.

• Zou uw ding niet de vraag zijn: waar slaat creativiteit om in destructiviteit?

DEVOS: In mijn terrein kan ik de gebruikelijke dingen doen omdat de kunst uiteindelijk heel permissief is. En uiteraard kunnen we bij moorden niet zo permissief zijn. Maar dat is een maatschappelijke evolutie. De maatschappij heeft, historisch gezien, gemaakt van kunst wat het is. Maar stel, ik denk dat het goed mogelijk is u voor te stellen dat — wanneer er geen mensen zoals u zijn die over kunst schrijven en het voor een aantal andere mensen verklaren — ze me evengoed zouden opsluiten. Als de ganse omgeving rond kunst niet zou bestaan, geen galerijen, geen musea, geen critici, geen kunsthistorici: ja, waar zou de kunst dan staan?

• Dat is uw veiligheidsgordel dan?

DEVOS: In zekere zin ja, zoals er ook voor de misdadigers een veiligheidsgordel bestaat: het justitieel systeem.

• Dan zijn wij die erover schrijven meer de geruststellers van de maatschappij.

DEVOS: De geruststellers of de verklaarders...

•... van dingen die, hoe directer je erbij komt, eigenlijk veel dreigender zijn dan wanneer ze gefilterd door museumdirecteuren, critici en dergelijke, aungeboden worden?

DEVOS: Ja. De kunst is zogezegd altijd het goed. Maar ik vraag mij af: is dat eigenlijk wel goed? Ik bedoel, dat is maar goed omdat een aantal mensen zeggen dat het goed is. Waar zit inderdaad die grens? Het is ook zo: je noemt bij de seriemoordenaars het destructieve... maar dat is ook slechts het eindproces. Die mensen vertrekken niet van de gedachte: ik ga iemand vermoorden. Technisch gezien, spreken we van de trigger point, die een proces in werking zet. De man of vrouw bevindt zich ergens en het proces wordt in werking gezet. Er is iemand anders in de buurt die gevolgd wordt, meegenomen en vermoord. Wat er ondertussen allemaal gebeurt, is variabel, van persoon tot persoon. Maar het eindigt met een moord. En dan is er vanuit de moordenaar een soort bewustwording: het is weer gebeurd. Vertrekpunt is niet dat ze 's morgens opstaan en zeggen: vandaag zal het ervan komen.

• Zou het zo zijn dat de gelijkenis tussen u en zo'n moordenaar eigenlijk nog veel groter is dan men denkt ?

DEVOS: Dat proces, de trigger point en het eindigen met een moord, herhaalt zich bij de seriemoordenaar, op juist dezelfde manier. Wat gebeurt er bij de kunstenaar? Je hebt de inspiratie, en als het proces gedaan is, is het werk af. En je moet ondertussen ook een aantal handelingen uitvoeren om het werk te maken, je moet materiaal kopen, je moet je steen kappen, weet ik veel. En als het proces af is, word je ook geconfronteerd met het werk dat daar staat, en dan is er de opvang van de galerij, die met dat werk iets doet. Maar voor mij: als het werk af is, is de belangstelling ervoor weg. En dan herhaalt het proces zich terug. Bij de seriemoordenaar is het juist hetzelfde. Ook geen belangstelling voor het resultaat.

• Zou een massamoordenuar dan iets van een kunstenaar in zich hebben?

DEVOS: Wel, het is zo dat we een herkenbaar psychologisch patroon hebben, het schizoïde type. En er is ook duidelijkheid over het feit dat ze niet kunnen stoppen. De kunstenaar kan ook niet stoppen met werk te maken, of hij komt in dezelfde situatie dat hij zelfmoord pleegt of... niet in een gevangenis zit maar in een soort van toestand die...

• Lijkt het traceren op het Internet niet op de jacht van de “stalker” op zijn prooi?

DEVOS: Inderdaad, het Internet is een goed terrein om dingen tegen te komen die je anders niet zou vinden en die je inspireren om iets te doen. Maar dat heb ik ook in krantenartikelen. Alleen is het Internet een veel groter geheel. En vandaar dat het me ook zo fascineert en ik het ook zo interessant vind. Omdat het volume en de verscheidenheid quasi onbeperkt zijn.

• Dus toch de jacht van de stalker?

DEVOS: Ik gebruik Internet voor verschillende dingen. Je dwaalt rond, en er zijn dingen die je frapperen, en die zijn dan de trigger point, die een proces in werking zetten. En of dat dat op Internet is, of door elke dag de krant te lezen, dat maakt weinig verschil.

• Je laat geen sporen na op Internet, het is zo clean en stil.

DEVOS: Als je een museum bezoekt, laat je toch ook geen sporen na, als bezoeker?

• Tenzij ik...

DEVOS :... tenzij je nu onlangs in Gent wat krassen hebt gemaakt (lacht). Maar ja, hackers kunnen ook sporen traceren.

• Stel, je bent een pedofiel die wil lokken op zijn site.

DEVOS: Maar dat valt toch allemaal te traceren. Stel, ik breek vanop deze computer binnen in een site en ik verander daar iets, dan kunnen ze weten vanwaar dat komt.

• Voelt u zich soms “Lost in Cyberspace”?

DEVOS: Nee. Je kunt het vergelijken met een grote stad. Er komen verschillende winkels, cafes en restaurants in, en door rond te lopen, zie je dingen waar je binnengaat om ze te bekijken.

• Zoekt u ,”chat rooms” op?
        
DEVOS: Er is een soort van gemeenschap waar vooral Macintosh-files uitgewisseld worden—dat is een combinatie van chat en uitwisselen. Daar kun je converseren met mensen en hen rechtstreeks inlichtingen vragen. Het is bij ons nu half vier, als we een chat room binnengaan, kan daar iemand bijzitten uit Japan waar het nacht is, en uit Amerika waar het 's morgens vroeg is. Soms ben je een tijd met iemand bezig en dan blijkt dat gewoon iemand van Gent te zijn. Na twintig minuten vragen stellen en informeren, blijkt hij in Gent te zitten, terwijl je dacht met iemand van de andere kant te maken te hebben.




Related performances: The Performance Jan Hoet never Saw
1690